SV | Als nu Juda tot den wachttoren in de woestijn gekomen was, wendden zij zich naar de menigte; en ziet, het waren dode lichamen, liggende op de aarde, en niemand was ontkomen. |
WLC | וִֽיהוּדָ֛ה בָּ֥א עַל־הַמִּצְפֶּ֖ה לַמִּדְבָּ֑ר וַיִּפְנוּ֙ אֶל־הֶ֣הָמֹ֔ון וְהִנָּ֧ם פְּגָרִ֛ים נֹפְלִ֥ים אַ֖רְצָה וְאֵ֥ין פְּלֵיטָֽה׃ |
Trans. | wîhûḏâ bā’ ‘al-hammiṣəpeh lammiḏəbār wayyifənû ’el-hehāmwōn wəhinnām pəḡārîm nōfəlîm ’arəṣâ wə’ên pəlêṭâ: |
Als nu Juda tot den wachttoren in de woestijn gekomen was, wendden zij zich naar de menigte; en ziet, het waren dode lichamen, liggende op de aarde, en niemand was ontkomen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als nu Juda tot den wachttoren in de woestijn gekomen was, wendden zij zich naar de menigte; en ziet, het waren dode lichamen, liggende op de aarde, en niemand was ontkomen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!